“Waarheidsvinding”: een 'stropop'
Kinderbeschermers en jeugdzorgprofessionals bedienen zich regelmatig
van halve waarheden en hele onwaarheden. Zo maken zij ouders zonder enige grond
verdacht met beschuldigingen van (veronderstelde) kindermishandeling, seksueel misbruik,
alcoholverslaving, drugsgebruik enzovoort.
Met die valse beschuldigingen verschaffen zij zich een schijngrond voor hun "beoordeling"
van de thuissituatie als ernstig bedreigend
voor het kind, waarmee zij van de kinderrechter een machting tot uithuisplaatsing kunnen verkrijgen.
Betwisting door de ouders van die onwaarheden wordt door diezelfde professionals,
maar ook door de kinderrechter, weerlegd met "In het Jeugdrecht gaat het niet
om waarheidsvinding". Het gaat om een "beoordeling dat het kind in zijn ontwikkeling
wordt bedreigd" en daar kun je niet een eenduidig zwart/wit bewijs voor eisen.
Dit argument, 'waarheidsvinding', is een drogreden van het type 'Stropopargumentatie'.
Immers,
- de radicale betwisting door de ouders is gericht tegen de flagrante onwaarheden of verdraaide feiten;
- maar de professionals doen alsof de ouders zwart/wit "bewijs" verlangen van de
juistheid van hun beoordeling.
Maar de ouders klaagden niet over waarheidsvinding. Zij klaagden over
flagrante onwaarheden. Het woord 'waarheidsvinding' is hen in de mond gelegd.
Het lijkt alsof de professionals het verwijt van de ouders ontzenuwen, maar in
werkelijkheid ontzenuwen zij een stropop.
Spraakverwarring...
Onder de noemer "waarheidsvinding" (de stropop) wordt nu het publieke debat
gevoerd, gekenmerkt door - hoe kan het anders - spraakverwarring. Hoe fnuikend dit
is voor de aanpak en hoe belangrijk de ontmaskering van de stropopredenering is, moge
blijken uit het volgende...
"Het houdt niet op, niet vanzelf..."
"Het houdt niet op, niet vanzelf..."
Schoorvoetend wordt in het openbare debat erkend dat er wel eens fouten worden gemaakt met
de waarheid. De Inspectie, en ook de vorige Kinderombudsman Dullaert, framen
deze erkenning van onterechte beschuldigingen van kindermishandeling vergoelijkend
als "een gevolg van de aard van het werk van professionals in de jeugdzorg. Dat
is complex en dé waarheid is vaak niet eenduidig".
Het klinkt als een ruiterlijke erkenning, maar dat is het allerminst:
flagrante onwaarheden zijn, welbeschouwd, juist wèl eenduidig.
Hier geldt: Onwaarheid - het houdt niet op, niet van zelf...
Waarheidscommissie...
De cultuur in de Jeugdzorgsector is decennialang bepaald geweest door willekeur.
Dit maakt de instelling van een onafhankelijke waarheidscommissie noodzakelijk. Die
waarheidscmissie dient onderzoek te doen naar de omvang van de willekeurige onder
toezicht stellingen en uithuisplaatsingen.
O